“Mijn kracht is het gebruik maken van de locatie.” Iets wat je zeer zeker terug ziet in Jeroen’s veelzijdige werk. “Eerst ontmoet ik even de persoon die ik ga fotograferen, dan beoordeel ik ook de kleding en in een oogopslag het lichtgebruik. Vervolgens ga ik altijd op zoek naar de locatie, waar ik probeer een vorm of een kleur te herkennen. De achtergrond op de foto moet reducerend werken zodat de aandacht op de persoon valt, maar het moet tegelijkertijd ook de aandacht trekken. De persoon en de achtergrond versterken elkaar eigenlijk.” Een voorbeeld van een foto waarin de achtergrond een belangrijke rol speelt, is de foto van muzikant Stijn. “Deze foto is gemaakt op zijn zolderkamer waar een krukje onder een raam stond. Toen ik dat zag, zag ik in een flits de compositie voor me. In de foto wilde ik de suggestie wekken dat Stijn keyboard speelt.”

 

 

Niet iedereen voelt zich op zijn gemak voor de camera. “Ik moet elke keer weer proberen het beste uit iemand te halen om diegene goed op de foto te krijgen. Voor mij is het een creatieve uitdaging om iemand zó te fotograferen, dat zijn of haar oerkarakter vastgelegd wordt.”

 

Mondriaan

Opvallend in Jeroen’s foto’s is het lichtgebruik. “Ik let op mooi licht, een goede blik in de ogen en of het compositorisch goed in elkaar zit. Als ik een goede foto heb gemaakt, dan voel ik letterlijk een fysieke schok door mijn lichaam.” Naast licht omvatten zijn foto’s nog andere opvallende kenmerken. “Ik probeer zoveel mogelijk kleur te gebruiken en verder houd ik van strakke lijnen. Een beetje Mondriaan-achtig.” Ook probeert Jeroen een beeldend karakter in een foto vast te leggen. “Ik ben nooit op zoek naar een tweede verhaal, maar ik schiet niet gewoon een foto. Vanachter mijn camera wil ik door bijvoorbeeld een blik of kleur een beeldend karakter naar voren brengen.”

 

Inspiratie
”’s Ochtends vroeg zie ik beelden. Dan zie ik een foto voor me qua vorm en kleur. Als zo’n beeld achter in mijn hoofd blijft hangen, dan probeer ik een foto precies zo te maken.” Het knuffelen van bomen of een wandeling door de stad heeft Jeroen niet nodig om geďnspireerd te worden. “Uiteraard kijk ik om me heen om op ideeën te komen, maar de meeste inspiratie haal ik uit kranten. Door journalistieke foto’s raak ik geďnspireerd omdat ik het knap vind dat je zulke foto’s kunt maken, want je moet vaak in een split-second reageren.”

 

Beroep of je leven

“Ik ben op relatief jonge leeftijd voorzichtig begonnen met fotograferen. Ik zat toen meer in de doka dan in de wiskundeles. Toen leefde ik voor fotografie. Geld en opdrachten konden me niet echt interesseren. Maar op gegeven moment wilde ik leven ván de fotografie. Dan pak je de dingen wat anders aan. Maar als het teveel je beroep wordt, dan wordt het statisch: je komt op locatie, doet je tas open, pakt je camera, etc. Dus nu leef ik weer voor fotografie door vooral de dingen te doen die ik leuk vind. Zoals mijn vrij werk. Dat doe ik om even los te komen van de dagelijkse fotografie. Mijn vak is een groot onderdeel van mijn leven en ik vind het echt heel leuk om te doen.”

 

Naast de foto maken, heb je als fotograaf te maken met bepaalde privileges. ”Zeker, want je komt op plaatsen waar anderen niet snel komen. Fotografie is ook een alibi om mensen te ontmoeten. Je komt in allerlei geledingen van de maatschappij en dat vind ik erg interessant. Het ontmoeten van mensen vind ik dan ook één van de aardigste facetten van mijn vak.”